Op zoek naar een land met blauwe luchten, gouden zon, ruige bergketens, snelstromende rivieren, eindeloze landschappen, stralende mensen, wilde dieren, een glasblauwe oceaan, verlaten stranden, spannende steden, en swingende muziek? Naar de hele wereld in één land? Zoek niet verder, want je vindt het allemaal in Zuid-Afrika.

Van m’n zeventiende tot m’n dertigste heb ik samen met m’n beste vriend de hele wereld over gereisd. In Nederland kwam ik maar af en toe, om geld te verdienen, m’n moeder te omhelzen en weg was ik weer. De hele wereld, behalve Afrika. Een waarzegster had mij verteld dat Afrika niet goed voor mij zou zijn. Prima, want de rest van de wereld is nog altijd groot genoeg. Na al m’n omzwervingen ontmoette ik m’n huidige vriendin. Net als ik gek op reizen, maar vooral helemaal bezeten van Afrika. Toeval bestaat kennelijk niet. Mijn vriendin is redelijk doortastend en nee is een woord dat
zij slecht kan handelen. Zuid-Afrika besliste vriendin unaniem, toen onze eerste gezamenlijke vakantie geboekt moest worden. Ze zwaaide met een boek van André Brink voor m’n neus, Een Ogenblik in de Wind. Twee mensen die verliefd zijn, maar elkaar niet mogen hebben, reizen door de Kleine Karoo. Mijn vriendin sprak het uit alsof het ging om een uitgestrekte Efteling vol dingen te doen en ontdekken. Ze verzekerde me: “Afrika kruipt in je bloed, dat raak je nooit meer kwijt. De verslaving is erger dan wintersport.” En ik weet hoe erg dat kan zijn. Zuid-Afrika dus.

Peter Boshuijzen