In Kruger
Hazyview wekt de indruk altijd te slapen. De hitte ligt dampend over de palmen en lianen. Er is niets te doen, behalve weg te kruipen in de hartelijke en gigantische armen van Gary. Gary wil ook graag fotograaf worden en tijdens onze eerste ontmoeting besloot hij met ons mee te gaan. Hij kende de weg in Kruger en zou ons de beste shots laten zien. Zelf zou hij dan een film maken die kon wedijveren met National Geographic. En zo gebeurde het dat wij naar een vogeltje zaten te staren, terwijl drie meter verderop een luipaard op z’n gemak de weg overstak. Gemiste foto. Mijn vriendin heeft nog een videobandje vol orgastisch gekreun; Gary die vol vervoering staart naar een ontmoeting tussen een kudde giraffen en zebra’s en intussen tegen mij sist: “Oh Pete, did you see this? This must be your best shot, ohohoh”, en intussen non-stop in de weg zat. Gary die met zijn grote lichaam een slechte dag wegrijdt door in Kruger van de dieren en de natuur te genieten. Wij houden van Gary.

Ik ben niet bang van de wilde dieren
Kruger National Park is het grootste en meest bekende wild park van Zuid-Afrika. Op een oppervlakte zo groot als de helft van Nederland leven ze allemaal, de Big Five (olifant, buffel, neushoorn, leeuw en luipaard), apen, zebra’s, giraffen, wild dogs, alles. Het is moeilijk de sensatie te beschrijven die je bekruipt als je oog in oog staat met dieren die je alleen kent van de film of de dierentuin. In Kruger stonden we als eersten bij een familie leeuwen die een buffel hadden gedood. Toen mama leeuw hikkend en volgevreten overeind kwam, was haar schouderpartij net zo hoog als
het portier van onze auto. De blik uit die ogen vergeet ik niet meer. Wijsheid, oerkracht, instinct, alles om je nietig te voelen straalde zij uit. Dat gevoel van magie krijgen we weer als we in Hluhluwe (spreek uit: sloesloewie met flink wat speeksel) een groep neushoorns ontmoeten. De vrouwtjes doen alsof we niet bestaan, het mannetje is onrustig. Zijn spitse hoorn steekt af tegen de lucht terwijl zijn oren onrustig draaien en zijn gigantische bilpartij steeds naar ons toedraait. Dan besluit hij dat het toch alarmfase één is en dendert weg. Takken breken af tijdens zijn vlucht. De roffel van zijn poten echoot na. Ook olifanten zijn fascinerend. Mijn vriendin vertelt nog altijd graag van de safari met de boze olifant en de bange Duitser. In de open jeep bestudeerden we een grazende olifant. Zijn oren flapperden de vliegen en warmte weg. Het Duitse stel op het bankje voor ons maakte een paar foto’s. Mijn vriendin had de videocamera in de aanslag. Mooi dichtbij, deze olifant. Ineens ging zijn slurf omhoog, hij trompetterde en denderde met wapperende oren op ons af. Beeldvullend, vertelt mijn vriendin nu trots. De jeep ronkte weg en tot mijn
verbijstering hadden de angstige Duitsers zich bijna dubbelgevouwen onder de bank. Een knap staaltje acrobatiek.

Peter Boshuijzen