Tekst: Marjolein Westerterp
‘Ik wil me tot aan mijn laatste adem blijven inzetten voor het grotere goed. Daar haal ik mijn kracht en energie vandaan’, zei Harold Robles in 2019. Bij hem was uitgezaaide prostaatkanker geconstateerd. Het bracht hem in eerste instantie niet van zijn stuk. ‘Ik ben nog lang niet klaar met het werk waar ik voor leef. In Afrika zegt mijn team dat ik minstens 100 jaar zal worden. Mijn vader werd 94 jaar en mijn moeder overleed toen ze 86 jaar was. Ik heb dus nog minstens 30 jaar te gaan en ik heb nog verschrikkelijk veel te doen op deze wereld. Heaven will have to wait.’
De hemel was echter niet zo geduldig als Harold hoopte. Op 8 juli 2020 was zijn laatste openbare optreden toen hij in Scheveningen de African Wines presentatie van ‘zijn’ Harolds Wines bijwoonde. Op 31 juli blies hij zijn laatste adem uit en op 8 augustus begeleidden honderd familieleden en vrienden hem op zijn laatste reis. Tijdens zijn reizen droeg Harold altijd een speciaal kaartje bij zich. Dat had hij gekregen van Moeder Teresa. Een kaartje met een gedroogde roos. Thuis op zijn bureau bewaarde hij een ander relikwie: een potje met Afrikaanse aarde. Gekregen van Nelson Mandela. ‘Zodat ik Afrika altijd bij me zou hebben.’
OOG VOOR AFRIKA sprak hem twee weken voor zijn overlijden. Hoe broos hij ook was, zijn stem klonk vol vuur als het ging om de Health Promoters en de kans op een beter leven voor de mensen waar hij zijn hele leven al voor streed. In navolging van zijn grote idool Albert Schweitzer.
Hij, een joods jongetje geboren en opgegroeid in Paramaribo nam het besluit op achtjarige leeftijd. Door het verhaal over Albert Schweitzer dat de juffrouw op de lagere school vertelde, leerde Harold zijn levensbestemming kennen. In 2019 vierde hij zijn jubileum. ‘Het werk dat ik al 50 jaar doe is voor een groot deel gebaseerd op de filosofie van Albert Schweitzer. In de kern noemde hij het: Eerbied voor het leven; zijn filosofie was gebaseerd op de uitspraak Ik ben leven dat leven wil te midden van leven dat leven wil. En dit is ook míjn heilige missie. Helaas moet ik constateren dat we Schweitzer’s pleidooi voor harmonie niet hebben begrepen. We hebben nog altijd geen eerbied voor het leven. We verkwanselen het.’
Eerbied voor het leven
Harold was de oudste van drie zonen. ‘Als kind was ik altijd bezig met manieren te vinden om anderen te helpen. Vanwege mijn onderzoekende instelling noemt mijn broertje me tot op de dag van vandaag nog steeds ‘de professor’. Ik weet nog heel goed dat de juf op school een verhaal voorlas uit de Libelle over de Duitse filosoof, theoloog, dokter en musicus Albert Schweitzer. Schweitzer was naar Afrika vertrokken en had daar samen met zijn vrouw die verpleegster was, een medisch centrum opgezet. Ik was zó onder de indruk van dat verhaal, wilde zijn zoals hij. Toen de juf ons vroeg om een opstel te schrijven waarin we moesten uitleggen wat Albert Schweitzer voor ons betekende, ging ik aan de slag. De kern van mijn betoog was dat één man het verschil kan maken in het leven van vele anderen. Ik had mijn roeping gevonden. Ik wilde, net als Albert Schweitzer, de mens in nood dienen.
Thuis bleef ik maar praten over die belangrijke man in Afrika die daar zoveel geweldige dingen deed. Mijn vader zei op een gegeven moment: ‘Harold, als je die man zo geweldig vindt, waarom schrijf je hem dan geen brief?’
Kon dat dan zomaar? vroeg ik me af.
Met hulp van mijn vader schreef ik een brief in het Duits en die stuurden we naar het ziekenhuis in Afrika. In de brief schreef ik dat ik klusjes zou gaan doen en het verdiende geld naar Schweitzer op zou sturen. Ook schreef ik dat als ik later groot zou zijn, ik naar hem toe wilde komen om als arts voor hem te komen werken. Tot mijn verbazing kreeg ik zes maanden later een brief terug. Albert Schweitzer schreef dat ik uiteraard van harte welkom was, maar dat ik wel eerst mijn school moest afmaken. Ik was in de wolken.’
En hoe ben je in Afrika terechtgekomen?
‘Op 14-jarige leeftijd verhuisden we met ons gezin naar Nederland. Daar richtte ik het Nederlands Albert Schweitzer Center op. In 1981 emigreerde ik naar de Verenigde Staten, waar ik met de dochter van Albert Schweitzer, Rhena Schweitzer Miller, het Albert Schweitzer Institute for the Humanities (ASIH) heb opgericht. Deze organisatie zette zich in om de filosofie van Schweitzer overal ter wereld in de praktijk te brengen. Jaren later startte ik, samen met mijn goede vriend dr. Jelle Braaksma, de Health Promotion South Africa Trust die zich richt op gezondheidseducatie vanuit de gedachte dat gezondheidszorg een universeel mensenrecht is. Het hoofdkantoor is gevestigd in Kayamandi bij Kaapstad in Zuid-Afrika.’
Het klinkt zo simpel, maar zo was het niet.
Harold was als een bulldozer die koste wat het kost zijn doel wilde bereiken. Onvermoeibaar reisde hij de wereld over om hulp te bieden waar die nodig was, en om mensen voor zijn goede zaak te winnen. Op verzoek van Tutu richtte hij de Health Promoters op die actief zijn in Zuid-Afrika, ‘maar uiteindelijk over de hele wereld als het aan mij ligt. De grootste fout die we ooit hebben gemaakt is dat we koffers vol medicijnen naar Afrika zijn gaan brengen. Een koffer met educatie was beter geweest. Dan was er nu niet zoveel aids en andere ellende geweest.’
Hij zei het keer op keer: ‘Gezondheidseducatie is een mensenrecht. Ook de armen in Zuid-Afrika moeten weten wat ze kunnen doen om vermijdbare ziekten te voorkomen. Ik geloof in de kracht van de mensen. Wij maken gebruik van de talenten die er zijn. Via educatie vergroten we de zelfredzaamheid. En dat is hard nodig want de situatie in Zuid-Afrika is allesbehalve florissant. Twee generaties hebben niet of nauwelijks onderwijs gehad door het Apartheidsbewind. Het is een land met grote rijkdommen en ongekende armoede. Eerste en derde wereld bestaan er naast elkaar, gaan soms in elkaar over. Ziektes die voorkomen kunnen worden met goede preventie en educatie, zoals diarree, tbc en aids trekken een verwoestend spoor door het land. Dagelijks sterven er 900 mensen aan. Dat zijn drie vliegtuigen vol. En allemaal omdat wij jarenlang ons best hebben gedaan de mensen daar dom te houden. Ze hadden gered kunnen worden als we ze hadden laten leren.’
Op zijn kantoor zag je hem op foto’s met grootheden als Michail Gorbatsjov, aartsbisschop Desmond Tutu, mensenrechtenactiviste Bianca Jagger, antropologe Jane Goodall, de Dalai Lama en operazanger Luciano Pavarotti. In twee grote mappen, die hij The Happy Files noemde zit correspondentie met Moeder Theresa, oud-presidenten Jimmy Carter, Bill Clinton en Barack Obama, vele US-senatoren en Nobelprijswinnaars als scheikundige Linus Pauling, actrice Jane Alexander en Coretta Scott King, de echtgenote van dr. Martin Luther King. ‘Met Health Promoters geven we, in samenwerking met andere organisaties, basistrainingen aan moeders, ouderen, jongeren en kinderen. We willen mensen leren hoe ze gezond wórden en gezond blíjven, zodat ze later van grote economische waarde voor hun land kunnen zijn. Dit doen we in verschillende landen en in de komende jaren zullen er daar alleen maar meer bij komen. Met dank aan de hulp van alle vrienden van de Health Promoters onder leiding van Regina Eggink in Nederland en George Arrey in Zuid-Afrika. Ik kan het niet meer doen, maar ik kijk vol vertrouwen naar de toekomst. De organisatie zal nog meer dan nu volwassen worden, banen creëren en daarmee financiële zekerheid voor de toekomst genereren. Ik geloof bijvoorbeeld heilig in de succesvolle golfevenementen die Regina in Nederland heeft opgezet.’
Hoe geef je eerbied voor het leven vorm?
‘Voor mij betekent dat gezondheidseducatie bevorderen. Corona laat zien hoe belangrijk aandacht voor gezondheid en hygiëne is. Door preventie worden we bewust van wat ons lichaam nodig heeft. We doen er te weinig aan, er moet meer gebeuren. En luister: kinderen hebben de toekomst, maar we moeten de ouders leren wat gezondheid en hygiëne is, zodat zij ervoor kunnen zorgen dat hun kinderen gezond zijn. Wat ik het liefst zou willen bewerkstelligen is een gezondheidseducatieve ketting van Kaapstad naar Caïro. Over het hele continent jonge vrouwen voorzien van gezondheidseducatie, waarbij zij hun kennis weer kunnen doorgeven aan anderen. Wij hebben met de Health Promoters het zaadje geplant en dat kan zich nu gaan verspreiden. We hebben laten zien dat het echt werkt.’
Maakt dat je trots?
Aarzelend. ‘Ja, het maakt me trots, het maakt me blij, maar het stemt me ook droevig dat ik zo vlug moet uitstappen. Dat ik niet meer kan zien wat ik teweeg heb gebracht.’ Even breekt zijn stem. ‘Maar gelukkig is het in goede handen.’
Beter had je het niet kunnen doen?
‘Alles kan altijd beter, maar ik ben er trots op dat ik het destijds in het Schweitzer ziekenhuis in Lambaréné (Gabon) al zag; het belang van gezondheidseducatie. Ik begreep al in een heel vroeg stadium dat dat de sleutel voor een betere samenleving zou zijn. Voor een gezonde economie heb je gezonde mensen nodig. Daarom is het goed geweest dat ik geen arts, maar een gezondheidswetenschapper ben geworden. Ik ben trots op mijn eredoctoraat, doctor Public Health. Gezondheidseducatie moet op een standbeeld gehesen worden, daarmee red je mensen. Waar veel anderen geen toekomst of mogelijkheden zien, zie ik die juist wel. Dit is mijn missie, mijn leven. Ik kan niet anders. Afrika zit in mijn bloed, mijn botten, mijn dromen, maar bovenal in mijn DNA. Ik heb nog zoveel te doen. Ik wil afmaken wat Albert Schweitzer is begonnen en hoop dat als het mijn tijd is, anderen klaar staan het stokje over te nemen. Dat ik mensen heb geïnspireerd zoals Schweitzer mij heeft geïnspireerd.’
Hoe kijk jij terug op je leven? Ben je blij met de kansen die je gehad en genomen hebt. Met wat je hebt betekend voor andere mensen?
‘Natuurlijk is het verdrietig als je weet dat je dagen geteld zijn, maar ik ben blij met het leven dat ik heb mogen leiden. Ik heb heel veel vrienden gemaakt, heb veel leed meegemaakt, veel verdriet gekend. Maar ik ben blij met alles wat ik heb mogen doen. Ik heb het gedaan omdat ik ervan overtuigd ben dat er iets is tussen hemel en aarde. En door de zekerheid dat de filosofie van Albert Schweitzer ons veel verder zal brengen. Er is altijd één persoon in je leven die het verschil maakt, voor mij was hij dat. Ik hoop dat ik ook van betekenis heb kunnen zijn in de levens van anderen, dat ook ik op mijn manier een verschil heb gemaakt. Gelukkig ben ik absoluut niet bang voor de dood. Als hij aanklopt ben ik er.’
Wie hoop jij straks aan de andere kant tegen te komen?
‘Mensen met wie ik verder zou willen babbelen. Zeker aartsbisschop Tutu als hij ook gaat hemelen. Gorbatsjov, met hem heb ik onvergetelijke tijden meegemaakt. Destijds heeft hij me benoemd tot voorzitter van de Gorbatsjov Foundation for Children’s Health in Tsjernobyl. Maar ook m’n oude schooljuf zou ik willen zien om haar te bedanken dat ze met haar verhaal over Schweitzer mij op mijn pad heeft gezet. En Mandela natuurlijk.’
Ga je een gezellig glaasje met ze drinken?
‘Nou graag, maar met Schweitzer drink je thee, met Mandela drink je rode en met Desmond Tutu witte wijn.’
Neem je je eigen flessen mee?
‘Ja, ik moet daar natuurlijk wel trakteren op de Harolds Wines.’
Dank je wel voor wie je bent, Harold.
‘Ik wil jullie bedanken. Ik heb enorm veel respect voor de wijze waarop jullie met jullie tijdschrift Afrika naar Europa brengen. OOG VOOR AFRIKA is het beste blad dat ik in mijn leven heb gezien. Echt waar! Jullie hebben Afrika in Europa een stem en een gezicht gegeven. Ik hoop dat het ooit ook in het Engels mag verschijnen. Ik wens jullie ontzettend veel succes en ben er trots op dat jullie staan voor waar je in gelooft. Geef nooit op. Baie baie dankie.’
Wij danken jou, Harold Robles, ook uit de grond van ons hart, dat we je mochten kennen en een stuk van jouw weg met je konden meelopen. We laten de Health Promoters, jouw levenswerk, niet in de steek. Uit eerbied voor het leven.
Onderstaand het interview met een amerikaanse journalist, drie weken voor zijn overlijden waar gesproken werd over zijn laatste kinderboek. Wil je helpen, ga dan naar www.healthpromoters.co.za.