Vers van de pers is het boek You run You die 🙂 van auteur Willem Bakhuys Roozeboom. Het onderwerp? De avonturen van twee Nederlanders in de bush van Botswana. Een boek dat leest als een jongensdroom.

Even voorstellen: wie zijn de hoofdrolspelers?
“Nienke (29 jr) is fysiotherapeut en ik, Willem (39 jr) was marketing manager bij De Lotto. Nienke repareert mensen en mijn taak was het om zo veel mogelijk mensen in Nederland aan de Krasloten te krijgen. Wij woonden als echte dinki’s (double income, no kids) in een mooi appartement aan het Amsterdamse Damrak, hadden een druk sociaal leven en een glansrijke carriëre voor de boeg.”

Wat bracht jullie tot dit avontuur? Van drukke banen in Nederland, naar een leven als kampmanager op een van de meest verlaten plekken in Botswana, dat is nogal een stap.
“Onze liefde voor Afrika is ontstaan tijdens een eerste vakantie in Botswana. Met een gehuurde terreinwagen, een tentje en een oude kaart besloten wij zelf door safariland te trekken. Dit soort tochten door zuidelijk Afrika hebben we jaren achter elkaar gedaan. Elke keer een ander land. Iedere keer fantaseerden wij tijdens deze zogenaamde selfdrives over hoe het zou zijn om
niet meer terug te gaan. Alles achter te laten en lekker in de bush te blijven. Maar elke keer kwamen wij gewoon weer terug naar Nederland. We vonden dat wij actie moesten ondernemen, maar er gebeurde niets. Als radertje van de comfortabele Eerste Wereld-machine bleven we onverstoorbaar elke dag naar ons werk gaan, en deden we ’s avonds wat we altijd ’s avonds doen: wegzakken voor een film, opkrullen met een boek of eten en drinken met vrienden in de stad. Geheel volgens het standaardritme van de gemiddelde dertiger. Er was geen tijd om jacht te maken op het leven. Herstel,
we maakten geen tijd om te jagen. Het was ergens in de drukke periode voor ons huwelijk. Na een lange dag werken, moesten we voor de zoveelste keer de lijst met genodigden doornemen. Als zij mogen komen, moeten we hen ook vragen. Als hij niet wordt uitgenodigd, is zij weer beledigd en andersom. Wij waren veel te veel bezig met wat er van ons verwacht werd, dan dat we uitkeken naar de mooiste dag van ons leven. De voorpret was volledig verdwenen. Dit was het moment dat wij onszelf een reële deadline van zes maanden gaven om ons doorsneeleven bewust te doorbreken. Een half jaar de tijd om onze Afrikaanse droombaan te vinden, of er voor eeuwig over te zwijgen. Het beste zou niet goed genoeg zijn. Speurend over het internet kwam ik steeds weer terug bij de conservation
company van Dereck en Beverly Joubert. Hun drie kampen in Botswana stonden in de top-vijf op Tripadvisor, en hun Great Plains Conservation was uitgeroepen tot Best Safari Accomodation Group in Afrika. Beter was er niet. Wij stuurden hen een mailtje waarin we schreven dat we voor ze wilden werken. Dit jaar, volgend jaar of desnoods over vijf jaar. Cv’s vertaald,referentiebrieven erbij en hup, recht zo die gaat. Marketeer en fysio zoeken baan in de bush. Of wij daadwerkelijk een safarikamp konden runnen, hebben we ons niet afgevraagd. Om iets te kunnen, hoef je niet precies te weten hoe het moet. Ik heb ook leren kruipen, lopen en rennen zonder dat iemand mij geleerd heeft hoe dat moest, dus dit moest ook wel lukken. Stom genoeg “verkocht” ik ons als marketeer en fysiotherapeute, terwijl dat alleen maar onze banen zijn. Wij waren gewoon twee mensen, op zoek naar een echter leven. Wij kregen een mailtje terug dat ze onze cv’s interessant vonden, maar op dat
moment niemand nodig hadden. Een half jaar later, tijdens onze huwelijksreis door Zimbabwe hadden we het als vanouds, weer over wat wij als getrouwd setje wilden met onze toekomst. Kinderen? Eigen baas? De stad uit? Het land uit? Er moest toch meer uit het leven te halen zijn dan wij deden. Meer dan salaris, spullen en zekerheid. Omdat het in Afrika nog zo rauw en dierlijk is, waren we ervan overtuigd dat we dat daar konden vinden. In de bush, waar niets voorspelbaar en geregeld is. De Jouberts kwamen weer ter sprake, waarop Nienke opstond, naar de auto liep en de satelliettelefoon pakte. “Laten we ze bellen, we zijn nu toch in de buurt.” Zo gezegd zo gedaan en twee dagen later stonden we bij ze op de stoep waar wij na een interview van vier uur een hand kregen en proostten op onze nieuwe baan als safarikamp manager. We hadden ze overtuigd. Onze ouders stonden wel gek te kijken toen wij “met groot nieuws” terug kwamen van onze huwelijksreis. Nee, ze werden geen opa en oma, verre van dat. Op de eerste werkdag na de vakantie zeiden we onze baan op en twee maanden later zaten we in het vliegtuig naar Botswana.”

En dan heb je je baan opgezegd, je huis verhuurd en ben je gastheer voor reizigers met allemaal hun eigen wensen in Botswana. Neem ons mee hoe jullie die overstap ervaren hebben.
“Pittig, heel pittig waren de eerste weken. Het zijn de veeleisende gasten front-of-house in combinatie met de lokale stafleden back-of-house die constant je grenzen aan het testen zijn, alsof je de kersverse inval-juf uit de provincie bent. Maar meer nog is het feit dat de dag iedere keer weer totaal anders uitpakt dan je ’s ochtends had gepland. Juist dìt onvoorspelbare maakt het leuk, maar ook vermoeiend. Wanneer je denkt dat je alles gehad hebt, blijkt het pas net begonnen te zijn. Het is allemaal wat onverbiddelijker dan wij gewend zijn. Geweldig om mee te maken, te ondergaan en om samen van te genieten. Zolang de zogenaamde stemming in de ploeg in orde is, kunnen Nienke en ik de wereld aan. Maar zodra wij het niet met elkaar eens zijn, niet on speaking terms zijn, of zelfs ruzie hebben, hakt het er keihard in. Dan begint de droom barsten te vertonen en is het allemaal niet meer zo romantisch, rooskleurig of geweldig. Behalve dat we afzonderlijk nauwelijks tijd voor onszelf hebben, hebben we al helemaal geen tijd om samen door te brengen. Laat staan om een ruzie bij te leggen. Die onopgeloste meningsverschillen vreten energie. Dat hadden we ons toch anders voorgesteld, toen we elkaar een half jaar daarvoor het jawoord gaven.”

Jaloersmakend, leven in de bush, elke dag ontmoetingen met wilde dieren en de weerbarstige natuur. Ervoeren jullie het ook zo, of wordt wild op een gegeven moment ook weer normaal?
“Nee, het wild wordt en is helemaal nooit normaal geworden. En ja, het is absoluut jaloersmakend en een uniek voorrecht dat wij dit in ons leven hebben mogen meemaken. Wij woonden in een privé reservaat dat anderhalf keer zo groot is als de provincie Utrecht. Nergens hekken of andersoortige afrastering. Het dichtstbijzijnde dorpje was ruim een uur vliegen over water, moeras en struikgewas waar geen mens ooit geweest is. Onze tent stond op de waterlijn, aan de rand van het bos. Iedere ochtend en iedere avond liepen wilde dieren dwars door ons kamp om te komen grazen of drinken. Nijlpaarden, impala’s en wilde honden. Het zagende geluid van het eenzame luipaard, de naar elkaar roepende leeuwen en eindeloos veel olifanten, met kudde’s tegelijk. De geur van wilde salie of de lucht van het naderende onweer, de zo herkenbare roep van de visarend, de uiltjes en de hornbills. Iedere avond weer de meest kitscherige zonsondergangen in een lucht die scherper is dan welke HD televisie dan ook. Nergens elektrische apparaten, plastic, onnatuurlijke geluiden of lichtvervuiling. Alleen maar de vele verschillende kleuren groen, pure zuurstof en prehistorische geluiden. Dat is ieder uur weer anders en iedere dag weer fascinerend. Ik vrees dat dit het meest schaarse fenomeen gaat worden waar wij op aarde mee te maken gaan krijgen.”

Natuurlijk moeten we het boek allemaal zelf lezen, maar wat is jullie meest opzienbarende avontuur geweest? Emotioneel of omdat je het vege lijf moest redden?
“Whoohaa, dat is een lastige zeg. Mijn eerste reactie is een van de vele “YOU RUN YOU DIE” momenten, de plotselinge confrontaties met slangen, nijlpaarden, olifanten en leeuwen, maar of dat uiteindelijk het meest opzienbarend is geweest weet ik niet. Ik denk dat het dagelijks leven in zo’n paradijselijk natuurgebied op zich, in plaats van er slechts drie dagen op bezoek te zijn, een opzienbarend gevoel met zich meegebracht heeft. De realisatie dat je altijd scherp moet zijn, altijd naar links, naar rechts en weer naar links moet kijken voordat je je auto uit stapt, je tent verlaat of weg vaart in je bootje. De lange wandelingen door het “donkere dierenbos” zijn daarvan misschien wel het mooiste voorbeeld. De Afrikaanse bush geeft je inzichten in de geheimen van ons bestaan zoals geen enkele andere plek dat kan. Er heersen krachten die groter en sterker zijn dan wijzelf. Wanneer je onbeschermd door de wildernis loopt, schakelen je zintuigen automatisch
door naar een volgende versnelling. Je raakt in een hoger stadium van alertheid waardoor je je bewuster wordt van je omgeving; meer verbonden met de natuur en meer het gevoel dat je leeft. Het dwingt je de controle uit handen te geven en af te gaan op je natuurlijke vermogen om zowel verwachte als onverwachte hindernissen te overwinnen. Met een optimistisch vertrouwen in het ritme van de bush leer je te accepteren en te waarderen dat bepaalde zaken gebeuren omdat ze gebeuren zonder dat je daar invloed op hebt. Kortom, je leert om te gaan met alles wat op je afkomt. Dat geeft een zekere rust en vertrouwen in de toekomst.”

You run, you die:-) Een gekende uitdrukking in de bush. Is het jullie gelukt nooit op de vlucht te slaan en de uitdagingen aan te gaan?
“Nee, dat is niet altijd gelukt, zeker in het begin niet. Voor leeuwen, hyena’s of luipaarden en zelfs voor olifanten zijn wij nooit weggerend, maar voor een black mamba, wilde honden en meerdere keren voor nijlpaarden ben ik hard weggerend. Voor een nijlpaard zal ik ook volgende keer weer hard wegrennen, maar mijn allereerste schrikreactie op de wild dogs had absoluut in veel
kleine stukjes af kunnen lopen. De groep wilde honden had midden in ons kamp, vlak voor onze ogen, een impala verscheurd, maar waren nog lang niet voldaan. Ik wilde foto’s van ze nemen met de hoofdtent op de achtergrond,maar had niet gerekend op de nieuwsgierigheid van de bebloede honden. Je moet maar lezen hoe dat, op het nippertje, redelijk goed is afgelopen. Ik heb daar veel van geleerd. Het bewijs daarvan is de foto voor op het boek, die ik een jaar later alsnog, liggend genomen heb. YOU RUN YOU DIE is zeker iets wat voor wilde honden geldt.”

En nu? Begrijp ik het goed dat jullie weer terug in Nederland zijn?
“Ja, we zijn (helaas) weer terug in Nederland. Hoe dat zo gekomen is, lees je in de laatste hoofdstukken van het boek. En nu, tja, eerst deze plotselinge, giga-hype en drukte rond het boek maar
eens doorstaan. Dan natuurlijk de film, de serie en een musical. Maar ik denk niet dat ik daar op kan wachten. Het doel is natuurlijk om weer terug naar Afrika te gaan, terug naar het laatste stuk echte, onaangetaste wildernis. Waar het ritme van de bush je programma van de dag bepaalt en niet andersom. Daar waar je geen controle hebt op je omgeving, maar mee moet veren met
de natuur en haar oorspronkelijke bewoners. God, wat mis ik die echte wereld.”

Op de website www.yourunyoudie.nl krijg je een voorproefje van de prachtige foto’s, kun je gratis de eerste twee hoofdstukken lezen en het boek bestellen.