Het grootste nationale park van Zimbabwe en dé plek om de Big5 te zien is Hwange NP. Het was mijn eerste safari in Afrika. Ik was gefixeerd op het vinden van leeuwen. Voor de eerste keer in het wild, dat moest een ongelooflijke ervaring zijn.
M’n ogen scanden de omgeving. En ja, daar zag ik wat lopen door het hoge gele gras. “Lion,” krijste ik ongenuanceerd in het oor van de gids. Verbaasd keek hij op, hij had niets gezien. Maar ja, ja, ja! daar. Echt. Uit het gras kwam nonchalant een luipaard tevoorschijn. We waren nog maar tien minuten in het park en het was nog licht. Ik zakte teleurgesteld achterover, want een luipaard was geen leeuw. Hoe weinig kon ik toen vermoeden dat het vinden en volgen van een luipaard op klaarlichte dag, een bijzonderheid was die z’n weerga eigenlijk niet kent. Een luipaard dat doodgemoedereerd naar een boom in de buurt liep, z’n spoor achterliet en vervolgens in de boom klom om van daaruit het landschap te overzien. Echt, de gids was enthousiaster dan ik.Mijn geloof in safari’s kwam pas later in de middag aan bod, toen we na olifanten, buffels, zebra’s, giraffen en honderden impala’s allemaal eindelijk mijn felbegeerde leeuwengroep ontdekten.Echt, er is geen mooiere herinnering dan de eerste keer dat je oog in oog staat met de koning van het dierenrijk. En die herinnering is voor altijd verbonden met Hwange, Zimbabwe’s mooiste safaripark. Een park dat bekend staat om z’n grote aantallen olifanten (23.000 bij de laatste telling). Als je in de droge maanden, van juni tot oktober gaat, heb je kans om honderden dorstige olifanten te vinden bij een van de 65 kunstmatige drinkplaatsen.
Marjolein Westerterp