Christo Brand is een blanke Zuid-Afrikaan. Geen man of naam die de wereld zou veroveren. Hij was echter de bewaker én vriend van Nelson Mandela tijdens diens gevangenschap. We ontmoeten in Kaapstad de man die gevangene Nelson Mandela gedurende de belangrijkste jaren van diens leven beter heeft gekend dan wie ook.

www.youtube.com/watch?v=NdIthGEUddE&t=2s

‘Toen hij werd vrijgelaten, was de gevangenis leeg voor mij. Mandela was mijn gevangene, maar ik beschouwde hem ook als mijn vader’

Tekst: Marjolein Westerterp Foto’s: Peter Boshuijzen en privébezit

De meest bijzondere plek om Christo Brand te treffen is op de kade waar vroeger de boot naar Robbeneiland vertrok. Waar politieke gevangenen aankwamen en moesten wachten op de overtocht naar een leven dat vaak omschreven werd als een hel. Robbeneiland, een grimmige en geïsoleerde plek waar de zee woest tegen de rotsen beukt, eiland van de verschrikkingen, een voormalige leprakolonie en sinds de Zuid-Afrikaanse apartheid de plek waar politieke gevangenen werden opgesloten. In principe voor altijd.We spreken 2016 Kaapstad en in de zon straalt de fameuze Tafelberg, door Nelson Mandela altijd de “berg van hoop” genoemd. Vanuit zijn cel had gevangene 46664 uitzicht op de monumentale berg en ondanks het verdict levenslang hoopte hij ooit weer als vrij man voet aan wal te kunnen zetten.

Bewaker op Robbeneiland
Zijn lange weg naar de vrijheid liep Mandela voor een groot deel samen met Christo Brand, een boerenzoon die in 1979, ten tijde van de apartheid, bewaker werd op Robbeneiland. Bij toeval werd hij de cipier van Mandela, die toen zestig was en al sinds 1964 in eenzame opsluiting leefde. In eerste instantie voelt hij haat jegens de leider van het ANC, het zijn mensen als Mandela die hij verantwoordelijk houdt voor de aanslagen tijdens het apartheidsregime. Terreurdaden waarbij onder andere een jeugdvriend van hem om het leven komt. Maar tegen alle regels en verwachtingen in kan Brand zijn gevangene na verloop van tijd niet meer zien als een terrorist en zoals hem verteld was als een man die erop uit was blanken uit te roeien. ‘Ik zag juist een wijze en zelfs nederige man.’ Jarenlang trokken ze samen op, elk in hun eigen rol en er ontwikkelde zich een bijzondere en hechte vriendschap. ‘Natuurlijk was het niet toegestaan om bevriend met hem te worden. Je moest je werk doen. De vriendschap onderhielden we als mijn werk erop zat.’ In 1990 kwam Mandela vrij – en Christo Brand ging met hem mee en bleef een persoonlijke vriend van hem en zijn familie.

Vanaf het moment dat Robbeneiland van een gevangenis veranderde in een toeristische bestemming is Brand boekhandelaar en gids op het eiland. En auteur van het boek Doing Life with Mandela – my prisoner, my friend*. ‘Ik ben weer gaan werken op de plek die zo’n groot deel van mijn leven een kwelling voor me is geweest. De gevangenis voelt nu leeg. Ik mis de vertrouwde gezichten en ben tegelijkertijd blij dat ze allemaal vrij zijn.’

Barack Obama en de vrijheidsstrijders
We voelen ons heel nederig nu we staan op de plaats waar zulke moedige mannen het hoofd hebben moeten bieden aan onrecht, en weigerden te buigen.De wereld is de helden van Robbeneiland dankbaar; ze laten ons zien dat ketenen of gevangeniscellen de kracht van de menselijke geest niet kunnen intomen.’  Dit schreef Barack Obama op 30 juni 2013 in het gastenboek van Robbeneiland. De helden waarnaar hij verwijst zijn de Zuid-Afrikaanse politieke vrijheidsstrijders als Nelson Mandela, Walter Sisulu en Ahmed Kathrada die in 1964 tot levenslange opsluiting werden veroordeeld omdat ze weigerden te buigen voor het apartheidsregime en omdat ze een vrij en gelijkwaardig Zuid-Afrika nastreefden. Mannen waarvan de toenmalige regering wenste dat ze onzichtbaar werden, maar die dankzij vooral Mandela’s volharding het wereldwijde symbool werden van de strijd tegen apartheid en voor democratie.

De ontmoeting
Christo Brand wordt door de ex-gevangenen omschreven als menselijk waar menselijkheid niet leek te bestaan. Op klokslag de afgesproken tijd staat de man op ons te wachten die ik alleen ken van de foto van zijn boek en van een toevallige ontmoeting op Robbeneiland. Een vriendelijke open blik, een ferme handdruk en de wil om zoveel hij maar kan te vertellen over de man die de harten van de wereld én dat van hem veroverde. Nelson Mandela.

Hoe noemde u hem? Madiba, zijn koosnaam of Nelson?
‘Nee, ik noemde hem tot zijn dood Mandela. Hij sprak mij altijd aan als mister Brand.’

We staan op de plek waar de gevangenen moesten wachten op de boot naar Robbeneiland, Jetty 1. U heeft deze plek waarschijnlijk niet voor niets gekozen?
‘Het is een Nationaal Erfgoed-gebied waar het publiek gewoon kan binnenwandelen zonder een toegangsprijs te moeten betalen. Eigenlijk is Jetty 1 het droevigste monument van allemaal. Er is niets veranderd sinds de tijd dat het de enige toegang tot de zee en Robbeneiland was. Het gebouwtje waar de gevangenen en hun bezoekers ooit wachtten op de veerboten naar Robbeneiland staat er nog. Ik heb Mandela daar vaak mee naartoe genomen, waarna ik hem opsloot in de cel op de begane grond en vervolgens de bezoekers escorteerde naar de aparte wachtkamer. Als de veerboot aankwam, gingen de gevangenen als laatsten aan boord, waarbij ze de ijzeren trappen af werden gejaagd naar het ruim van de boot om daar in alle ellende te gaan zitten. Tegenwoordig hangen er herinneringen aan die tijd: handgeschreven brieven van families die smeken om toestemming op bezoek te mogen bij een geliefde, een lijst van namen en data die ooit is gemaakt door een bewaker zoals ik, waarop genoteerd staat of een bezoek was toegestaan of niet. Ik wil mijn verhaal graag hier vertellen omdat zich hier het begin en het einde van de gevangenschap van Mandela op Robbeneiland afspeelde.’

U ging werken als bewaker van mannen die omschreven werden als terroristen, die een levenslange opsluiting in vreselijke omstandigheden ondergingen. En u ontmoette er Nelson Mandela.
‘We hebben er vaak over gesproken, hoe parallel onze jeugd verlopen is. Mandela groeide op in een dorpje in de Oostkaap, hij hoedde schapen en speelde met zijn vriendjes altijd buiten. Ik ben opgegroeid op het platteland, in Stanford, een dorpje in de Westkaap. Ik had geen idee wat apartheid werkelijk betekende. Op de boerderij waar mijn vader voorman was speelde ik met zwarte, blanke en kleurlingkinderen. Mijn leventje was beschermd. Ik werd bewaker omdat ik niet in militaire dienst wilde of bij de politie die in de jaren zeventig bekend stond als heel wreed. Als je minstens dertien jaar gevangenbewaarder was, hoefde je niet in militaire of politiedienst. In mijn ogen toen de beste optie.’

Wat maakte Nelson Mandela in uw ogen tot een speciaal mens?
‘Het eerste wat mij opviel was hoe bescheiden en hoffelijk hij was. Een modelgevangene. Op het moment dat ik op Robbeneiland kwam werken wist ik weinig over de vrijheidsstrijders. Ik vond het nogal wat, mannen die bereid waren hun leven te offeren voor een ideaal. Het werd me ook al snel duidelijk dat Mandela door de medegevangenen gezien werd als leider. Als ik met hem langs de cellen liep hoorde ik vaak de strijdkreet Amandla! Macht aan het volk. Zijn gedrag zette me aan het denken en zorgde voor een wederkerig respect. Ik ging me ook realiseren dat het Zuid-Afrikaanse apartheidssysteem een van de wreedste voorbeelden van racisme in de hele wereld was. Het was letterlijk in de wet vastgelegd dat blank en zwart niets met elkaar van doen konden hebben. Van mijn vader had ik geleerd altijd respect voor ouderen te hebben. Pas na het “Free Mandela concert” in het Wembley stadion in Londen dat door meer dan een miljard mensen in zestig landen op de televisie bekeken werd, realiseerde ik me werkelijk hoe belangrijk Mandela voor de wereld was.’

De lange weg naar de vrijheid liep Nelson Mandela vooral met u. Er moeten momenten geweest zijn dat zelfs de kracht van de geest van Mandela het dreigde te begeven. Wat herinnert u zich als zijn meest trieste moment?
‘De dag dat hij te horen kreeg dat zijn zoon was overleden. Toen hem duidelijk werd dat het trieste nieuws waar was en dat hij geen toestemming zou krijgen om naar de begrafenis te gaan, toen brak hij. Hij heeft de hele dag in zijn cel gezeten met zijn deken over zich heen getrokken. Hij was voor niemand aanspreekbaar. Mijn zoon is ook overleden door een ongeluk en zijn verdriet van dat moment, dat staat in mijn hart gekerfd.’

Het lijkt me een eenzame rol, om de opdracht op je te nemen de vrijheid te bevechten. Had Mandela zelf iemand bij wie hij te rade kon gaan?
‘Ja, hij was een groot bewonderaar van Walter Sisulu. Dat was de man bij wie hij aanklopte als hij zijn hart moest luchten of een keuze moest maken. Voor mijn gevoel was in de gevangenis Sisulu een grotere leider. Het aura van Mandela ontstond pas toen hij uit de gevangenis was. Zijn grote kracht was dat hij een ziener was.’

Uiteindelijk verliet Mandela als vrij man de gevangenis. Waar u altijd aan zijn zij had gelopen, zagen we nu alleen zijn vrouw Winnie naast hem. Waar was u?
‘Ik heb de vrijlating en zijn toespraak thuis op de televisie gevolgd. Ik was zo trots op hem. Het was hem gelukt. Daar stond mijn gevangene en ik wist dat hij al snel mijn leider zou worden. De dag erna kreeg ik een telefoontje. Dat was zo typisch voor hem. Die dag werd hij door de hele wereld op handen gedragen; er was geen enkel staatshoofd dat geen plannen maakte om naar Zuid-Afrika te komen en hem te ontmoeten. En toch was ik in zijn gedachten. Het was ontroerend en nederig makend. Ik wist niet hoe het verder zou gaan, of onze wegen zich zouden scheiden, maar hij en ook Winnie beschouwden me echt als een vriend van de familie. Hij heeft me nog vaak uitgenodigd.’

Het leven was niet alleen wreed voor Mandela. Ook zijn vrouw Winnie en hun kinderen hebben een enorm offer moeten brengen voor zijn strijd. U hebt meegemaakt hoe hun verhouding is verlopen.
‘Ja, ik weet zeker dat Mandela dolverliefd was op zijn vrouw, zij heeft hem in leven gehouden. Maar het feit dat hij nooit een werkelijke band met zijn kinderen heeft kunnen hebben, heeft hem diep geraakt. Dat het huwelijk tussen hem en Winnie geen stand heeft gehouden, heeft alles met haar karakter te maken en het feit dat ze ook na Mandela’s vrijlating geen gewoon gezinsleven hebben kunnen opbouwen. Met zijn laatste vrouw Graça is hij ook gelukkig geweest. Ze was de weduwe van een andere revolutionair, Samor Machel, ooit president van Mozambique. Hij is op z’n tachtigste met haar getrouwd.’

Zijn lange weg naar de vrijheid maakte hem wereldberoemd. Dat u zo lang naast hem hebt gelopen heeft uw leven waarschijnlijk ook veranderd?
‘Zeker. Ik heb dankzij hem bijzondere mensen ontmoet die ik als gewone boerenzoon nooit ontmoet zou hebben. Ik ben samen met Mandela bijvoorbeeld in 1999 in Nederland geweest. Ik heb vervolgens beroemde mensen rondgeleid op het eiland en ze mee teruggenomen naar de geschiedenis van toen. Ik vind het nog altijd bevredigend dat iedereen, hoe bekend ook, emotioneel geraakt worden als ze de gevangenis op Robbeneiland bezoeken en met eigen ogen de erbarmelijke omstandigheden zien waarin Mandela en anderen zoveel jaren hebben geleefd. Maar vooral heb ik geleerd van zijn wijsheid en zijn gave om te accepteren wat was en wat nodig was om zijn ideaal waar te maken. Ik heb een zeer bijzondere vriend gehad.’

Zijn einde kwam hoewel niet onverwacht toch plotseling. Hebt u nog de mogelijkheid gehad om afscheid van hem te nemen?
‘Ja, ik ben nog bij hem geweest vlak voor hij stierf. Ik zei: “Mandela als je me herkent, knipper met je ogen.” Hij keek me even aan en glimlachte. Ik was blij voor hem, dat hij rust zou krijgen. Hij heeft een vol leven geleid. Ik weet zeker dat hij in vrede is gestorven.’

Het was kort na zonsopgang op zondag 15 december 2013 toen Christo Brand over de oude velden bij het dorp Qunu liep, langs de rivier waar Mandela als kind speelde. Hij was op weg naar het laatste afscheid van de grote Nelson Mandela. Alleen liep hij verder tot aan de begraafplaats en keek daar neer in het lege graf.

‘Ik dacht bij mezelf dat hij nu kan uitkijken over heel de groene vallei waar hij zo van hield. Madiba is thuis, iets waar hij altijd naar heeft verlangd.’

Het boek van Christo Brand is in het Nederlands verschenen als Vriendschap in gevangenschap, memoires van de gevangenbewaarder van Nelson Mandela, uitgeverij Luitingh-Sijthoff.

Verkrijgbaar via OOG VOOR AFRIKA voor € 18,99. Stuur een mail naar info@mw-media.nl