Onze missie, een groene, covid-vermijdende route van Kaapstad naar Kruger, dwars door Zuid-Afrika.

Startpunt de R27 van Kaapstad naar Cederberg. Groene stops in Yzerfontein, het West Coast National Park, Veldrif waar honderden flamingo’s de wateren kleurden en vervolgens Cederburg.
Overnachting in de Cederberg Ridge Wilderness Lodge (zie blog Cederberg Ridge lodge).

Under African skies
We zijn inmiddels in Middelburg, een stadje met uitgestrekte buitenwijken in de Zuid-Afrikaanse provincie Mpumalanga. We vertrokken op dag 3 van onze rondreis Zuid-Afrika met strakblauwe luchten in Cederberg. Via de Olifantsrivier en diverse wineries daar belandden we bij Klawer op de N7 en vervolgens vanaf Vanrhynsdorp en de R27 met al snel de Vanrhynsdorp Pass. Het verkeer verdween op wat de Karoo Highlands Route wordt genoemd. Prachtige lege landschappen, stille dorpen. Het grote niets van de Grote Karoo. De route wordt aangeprezen als Under African skies.

Keimoes
Voor de stop voor deze etappe kozen we Keimoes, een plaatsje aan de Oranje rivier, met de fameuze Orange River Wine Cellars, vanwege de geldende ban op alcohol in Zuid-Afrika helaas gesloten voor bezoek. Het bekendere plaatsje in de buurt is Kakamas, waar je de afslag naar de Augrabies watervallen kunt nemen, met het bijbehorende Augrabies National Park.
In Keimoes zochten we een betaalbare self catering. Toen we remden om locals om advies te vragen hoorden we een hoog en snerpend geluid.
‘Hier ga ik dus niet slapen, met zo’n klereherrie’, sprak ik resoluut.
Het geluid bleek echter door onze eigen auto veroorzaakt te worden. Uiteindelijk kozen we voor The Overlook, waar New Yorker Eric de strikte scepter zwaait. Mondmaskers op, ook buiten, ‘keep your distance’, meldde hij, terwijl hij ons met priemende ogen aankeek.
The Overlook biedt, hoog op een heuvel (vandaar de naam) fijne, goed uitgeruste chalets. De bedden, omschreven als ruim vragen er wel om dat je veel van elkaar houdt. Dat doen wij best, maar dit was voor ons een beetje te gortig. Twee chaletjes dus.
‘Dan laat ik nu niemand meer binnen’, meldde Eric strijdvaardig. ‘Covid and all that. We will keep you safe.’
Hij dook onder de motorkap om dat rare gillende, snerpende geluid te detecteren. Vergeefs.
‘We do need wifi, want we moeten emails ophalen, een blog posten.’
Hij begreep het. Wifi was er nu net even niet, wegens de losgebarsten onweersbui, maar dat zou al snel weer goedkomen. Dat Eric zelf artikelen schreef bleek vervolgens wel; zijn lodge zou midden tussen de wijngaarden staan (nee… we keken op de wijngaarden aan de Oranjerivier) en hij runde een restaurant en had fantastische wifi. Nee, voor een maaltijd – 3 course served with love – moest je minimaal 24 uur vooruit reserveren en die wifi, ja… zo jammer … hij ging een klacht indienen bij Telkom. Apologies en zakjes heerlijke en bijzondere Chinese thee. Oh, dat prachtige zwembad … ja, hij had net het deck geschilderd, dus ja… beetje lastig. Maar we smolten bij het zien van zijn blijdschap met het bedrag dat voor hem ineens uit de lucht kwam vallen. Want het leven zonder toeristen die nu al bijna een jaar massaal wegblijven is moeilijk, heel moeilijk. Eric is een gezellige en hulpvaardige kletskous, die ons herhaaldelijk op het hart drukte dat hij vanaf nu onze back-up was in dit wonderlijke deel van Afrika.

Water, water en meer water
Vanaf Keimoes kozen we weer de R27 die ons naar Schweizer-Reneke had zullen brengen. Tot Olifantshoek bewonderden we de groene Kalahari en het rode zand. Witte wolkjes braken de blauwe lucht. En veranderden in steeds donkerdere wolken en een bijna gitzwarte lucht. Delen van de weg stonden onder water. Door die overstromingen en oneindige stortbuien besloten we op het asfalt te blijven en de onverharde binnenwegen te schrappen. Alle volgende stops langs deze route waren bemodderde, typisch gezichtsloze Afrikaanse plattelandsdorpen. Kuruman wordt bepaald door grote ertsmijnen, van Vryburg had ik me heel wat voorgesteld, maar wij konden er niets speciaals ontdekken. Dat gold nog meer voor Broedersput, Delareyville (daar wil je echt niet dood gevonden worden), Sannieshof, Coligny, Ventersdorp. Het werd natter en donkerder, buien af en aan, bliksemschichten die de lucht doorkliefden. En nergens een B&B. We besloten door te rijden naar Krugersdorp. Op de een of andere manier had dat toch echt een prettige bijklank. En zonder hoop geen leven, nietwaar?
We namen afslag R24, passeerden een paar accommodaties, maar dachten (tevergeefs) ons heil te vinden in het centrum. Met een gezellig restaurantje misschien?
Oeps, nee. Lege, donkere straten, gesloten restaurants.
Is dit het nieuwe gezicht van een Zuid-Afrika zonder toeristen?
We keerden om en reden terug naar waar we het uithangbord Dudes Grill & Pub en in heel grote letters Accommodation hadden zien staan. We waren best wanhopig, want het was inmiddels donker en over 1,5 uur zou de avondklok ingaan. Het eerste antwoord beloofde niet veel goeds. Eigenlijk waren ze gesloten – want ja, een restaurant en pub zonder alcohol. Toch openden Marian en Chris hun hart en huisje en konden we een pizza en salade in onze hongerige magen laten glijden. En slapen. De gastvrijheid was Afrikaans hartelijk.
‘Lekker kuier’, spraken ze vriendelijk toen we de volgende ochtend afscheid namen. We beloofden over twee jaar terug te komen, als zij ons foto’s hebben gestuurd van een volle pub, met gasten aan de bar die genoten van bier en wijn. Als alles weer normaal is dus.

Middelburg
Die fluitende auto, daar moesten we wel naar laten kijken en zo stonden we ineens in Putfontein, een van de buitenwijken van Johannesburg. Het stroomde weer van de regen, een bedelaar op straat trotseerde bij een stoplicht de striemende windvlagen die zijn kleding en bordje om hulp doorweekten. Toch hield hij stand en brak mijn hart. Kijkend naar die loodgrijze lucht dachten wij het antwoord te vinden in cycloon Eloïse.
‘No, just normal for this time of the year’, meende de garage meneer waar we aanspoelden met de auto en het fluitende geluid. Er bleek niets vreselijks aan de hand. En zo bereikten we eind van de middag Middelburg, een plaatsje met uitgestrekte buitenwijken in de Zuid-Afrikaanse provincie Mpumalanga, waar veel bewoners hun huis aanbieden als guesthouse. We zochten en vonden Kairos met weer ongelooflijk aardige gastheren in de personen van Johan en Dawine.
So far, so good. Het tweede deel van onze trip is gelukt. Niet helemaal zoals we wensten, maar de kers op de taart is altijd de verrassing van het onverwachte. Dit is niet voor niets een roadtrip, een zoektocht naar groene plekken, weg van de grote massa’s en drukte. Weg van de dreiging van covid.
https://youtu.be/iN1vQE6e8qE
De volgende stop is in Badplaas, het Nkomazi Game Reserve, https://newmarkhotels.com/places/reserves/nkomazi-private-game-reserve/

Covid
Dan de covid-maatregelen. Overal waar je logeert, behalve bij Eric, word je temperatuur opgenomen voor je naar binnen mag. Mondmaskers verplicht, registratie ook.

Beste reistijd
Voor dit noordelijke deel van het land is half januari tot half februari zeker niet de beste reistijd. ‘We will only see the sun next week Wednesday’, sprak de garagehouder terwijl hij onverzettelijk in de stromende regen stond. Orkaan Eloïse heeft het weer zeker niet verbeterd. Is het erg als er een wolk met je meereist? Normaliter regent het eind van de dag en breekt de hitte. Nu was het een ‘tikkie meer’.