Het was het laatste koloniale museum ter wereld, de in steen vormgegeven droom van de Belgische koning Leopold II die een waar schrikbewind voerde in Congo. Vijf jaar geleden sloot het Koloniënpaleis haar deuren voor een grootscheepse verbouwing. 8 december 2018 gingen die weer open. Wat is het verhaal achter het AfricaMuseum in het bosrijke Tervuren?

Er was eens … het begin van veel sprookjes. Het verhaal van de menselijke dierentuin in het Belgische Tervuren, het koninklijk domein in de bossen bij Brussel, was geen sprookje maar een verbijsterende realiteit. In 1897 ontving Brussel de Wereldtentoonstelling en het leek de Belgische koning Leopold II een goed idee om daar investeerders te interesseren voor zijn Onafhankelijke Congostaat, waarvan hij op doortastende wijze de alleenheerser en eigenaar was geowrden. Hij liet op zijn domein in Tervuren het Koloniënpaleis optrekken met zalen vol opgezette dieren, gebruiks- en kunstvoorwerpen die hij uit Congo had laten komen. Er werden bovendien, als een kers op de koninklijke taart, 267 Congolezen tentoongesteld die als levende museumobjecten in drie opgetrokken dorpen bij het paleis onder primitieve omstandigheden leefden, ‘zoals in Afrika’. Zeven van hen overleefden de kou niet. Ze werden begraven naast de kerk in Tervuren en kregen pas een ruime eeuw later, in 1999, een symbolische herbegrafenis in Kinshasa. Het levende dorp bleef een realiteit. Sommigen wisten te ontsnappen en verdwenen ‘als
vrijburgers’ in de Belgische samenleving. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was, werden tijdens de wereldtentoonstelling in 1958, bij de onthulling van het vermaarde Atomium, de Congolezen weer tentoongesteld. De nieuwsgierige bezoekers mochten hen nootjes en bananen voeren.

Licht en beschaving
Het cultuurstelsel was volgens koning Leopold II het enige middel ‘om trage en verdorven volkeren beschaving en zeden bij te brengen’. Licht en beschaving moesten naar het donkere Afrika gebracht worden. Hij was er daarnaast van overtuigd dat het bezit van een overzees gebied België veel winst en aanzien zou opleveren. De opbrengst van grondstoffen zou, samen met inkomsten uit belastingen en dwangarbeid van de lokale bevolking, de Belgische staatskas maximaal spekken. Onder het mom de slavernij te bestrijden organiseerde de vorst in september 1876 in zijn paleis te Brussel een internationale Aardrijkskundige Conferentie voor geografen en ontdekkingsreizigers. Hier kwam als belangrijkste resultaat de l’Association Internationale Africaine (AIA) uit voort. De AIA werd gepresenteerd als een filantropische instelling die uit humanitaire en wetenschappelijke overwegingen Centraal-Afrika zou helpen openleggen. In feite was de organisatie weinig meer dan een dekmantel voor Leopolds koloniale verlanglijst.

Congo gekolonialiseerd
Henry Morton Stanley was de Amerikaanse ontdekkingsreiziger en journalist die David Livingstone ontdekte in de binnenlanden van Afrika, maar ook degene die de koloniale ambities van Leopold II hielp te realiseren. Hij vervulde een sleutelrol in het waarmaken van diens koloniale droom. Op 14 augustus 1879 arriveerde Stanley voor de monding van de Congo-rivier met een stuk of wat stoomboten, een lading geschenken en handelswaar, een handjevol Europese expeditiegenoten en bijna 1400 Afrikaanse rekruten, voornamelijk uit Zanzibar. Zijn missie: het vestigen van nederzettingen langs de oevers van de rivier, het sluiten van exclusieve handelsverdragen met de plaatselijke leiders en het bouwen van een weg die het bevaarbare gedeelte van de stroom met de zee zou kunnen verbinden. Voor de buitenwereld moest dit echter nog geheim blijven. Op 1 augustus 1885 liet Leopold officieel weten dat Congo Vrijstaat was geboren. Het hart van Afrika kwam onder zijn persoonlijk gezag. Toen hij overleed, vermaakte hij zijn bezit in Afrika aan de Belgische staat, die daarmee meteen de grootste kolonie op het zwarte continent bezat. Congo was namelijk 76 keer groter dan België. Bij de verdere ontginning van Congo maakte Leopold overigens geen gebruik meer van de diensten van Stanley. Hij wilde zo snel zo veel mogelijk geld verdienen aan de winning van koper, palmolie en rubber en liet de Congolezen onder harde dwang werken. Tussen 1888 en 1907 kwamen zo miljoenen Congolezen om. En koning Leopold? Die werd zoals gewenst steenrijk.

Het Koloniënmuseum
Leopolds megalomane denkbeelden zaaiden in ‘zijn’ Congo dood en verderf, en leidden in Brussel tot de bouw van grootse werken. Brussel moest alles hebben wat Parijs had, zo meende de vorst en hij liet een paleis verrijzen naar het voorbeeld van Versailles en een Arc de Triomphe die drie keer groter was die in Parijs. Voor de realisatie gebruikte hij Franse architecten, dat wel. En zo was er dus het Koloniënmuseum in het koninklijk domein Tervuren, omgeven door glanzende vijvers en het tot werelderfgoed uitgeroepen Zoniënwoud, waar het na of voor een bezoek aan het museum prachtig wandelen is. Het gebouw, geïnspireerd op Le Petit Palais in Parijs, was Leopolds persoonlijke triomf: dit was wat hij had bereikt met zijn kolonie in Afrika, en dat mochten alle Belgen weten en komen bewonderen. In het gebouw vind je maar liefst 45 anagrammen – de dubbele LL met de ruggen tegen elkaar waardoor het ook een II wordt. Het museum ademde Leopold. Vroeger stond er in de centrale hal een groot beeld van hem. Op de bovenste galerij gouden beelden: dat was de beschaving zoals die volgens de vorst hoorde te zijn, een beschaving die België toch maar mooi naar Afrika had gebracht. Daaronder stonden beelden van de Afrikanen. Een plakkaat in de muur toonde de namen van de Belgen die in de Congo waren
omgekomen, een miniem rijtje in vergelijking met de genocide die in de kolonie had plaatsgevonden.

Buitenspel gezet
Van 1908 tot 1960 werd het museum gefinancierd door het ministerie van Koloniën. Dat weerspiegelde zich in de selectie en presentatie van de objecten. Die vormde op z’n zachtst gezegd een verheerlijking van de kolonie en haar stichters. In de tijd van nu kon dat werkelijk niet meer en in 2013 sloot het museum haar deuren om vijf jaar later als een sfinx uit de koloniale as te herrijzen. Met een nieuwe moderne entree waarin het oude gebouw weerspiegeld wordt. De beelden die vroeger de hoofdrol speelden, bustes van de overheersers en beelden van de Afrikaan als wildeman zijn letterlijk buitenspel gezet en verbannen naar de kelder. Zoals het beeld van de angstaanjagende luipaardman. Dit is in Afrika hét beeld van kolonialisme, dit toont de vernedering van Afrika door West-Europa. Dit is niet meer hoe we naar Afrika kijken, dit is hoe we keken. Men heeft aan tien Afrikaanse kunstenaars van nu gevraagd een kunstwerk in te brengen, en die zijn geïntegreerd in de oude collectie. In de vroegere centrale hal staat nu bijvoorbeeld De nieuwe adem of het ontluikende Congo van Aimé Mpane. Het stof van het wrede kolonialisme is afgeveegd. Zoals de directeur het omschreef in zijn openingswoord: een museum is een huis. Dit museum is een huis. Een huis van veel bewoners. Een huis van talrijke bezoekers als tijdelijke bewoners. Een huis van vele betekenissen en rijkelijk beladen geschiedenissen. Meer dan honderd jaar geleden gebouwd om vergaarde rijkdommen te etaleren. Een huis, een paleis om te overweldigen. Het huis van vroeger is niet meer. Het is nu ook een wereldvermaarde wetenschappelijke instelling met talrijke kamers. Een hedendaags museum en een huis voor onderzoek, duiding, discussie, dialoog en ontmoetingen.

Matongé – Klein Zaïre ofwel de Afrikaanse wijk
Een wandeling door deze wijk is een must voor liefhebbers van Afrika. Ontdek de bijzondere muurschilderingen en duik de overdekte winkelgalerijen in waar de muziek schettert en op vrijdagmiddag elke Afrikaanse vrouw bij de kapper of de nagelstudio lijkt te zitten om zich op te maken voor het weekend. Een aanrader is een bezoek aan Kuumba, het Vlaams-Afrikaanse ontmoetingshuis. Hier wordt een visuele ode gebracht aan Patrice Emery Lumumba, een zogeheten evolué, een Congolees die zich de blanke omgangsvormen had aangeleerd. Om als evolué te worden erkend, moesten zwarten een officieel ‘beschavingsexamen’ afleggen. Lumumba was vermoedelijk in 1925 geboren in de provincie Kasai. Na een paar jaar onderwijs op een protestantse missieschool, ging hij werken in Stanleystad (nu Kisangani) en de Congolese hoofdstad Leopoldstad (het huidige Kinshasa) als postbeamte en vertegenwoordiger van een brouwerij. Hij werd ook actief in de politiek. Een modelburger zo meenden de Belgen. Toen Lumumba in 1956 terugkeerde van een reis door België, op uitnodiging van het Belgische ministerie van Koloniën, werd hij gearresteerd. Zijn baas had ontdekt dat hij geld van het postkantoor had verdoezeld. Later zou hij hierover verklaren: ‘Ik heb het geld niet voor mijzelf gebruikt, maar voor mijn politieke werk. Ik heb niemand persoonlijk schade berokkend, alleen de Belgische staat. En die was toen mijn grootste vijand. Hij buitte ons uit en ik nam mijn deel terug’. Toen Lumumba werd vrijgelaten uit gevangenschap, was zijn politieke strijdlust alleen maar sterker geworden. De door hem opgerichte ‘Mouvement National Congolais’ (MNC) zette zich in voor een onafhankelijk Congo.

De kies van Lumumba
Lumumba werd, samen met de eerste president Joseph Kasavubu de leider van de onafhankelijkheid op 13 augustus 1960 en de eerste democratisch verkozen premier van de Republiek Congo. Slechts een maand later pleegde kolonel Joseph Mobutu (later Mobutu Sese Seko) een staatsgreep met de hulp van diezelfde Joseph Kasavubu en kwam zelf aan de macht. Op 1 december 1960 werd Lumumba door Mobutu’s troepen gearresteerd. Op 17 januari 1961 werd hij weggebracht naar een ‘veiliger’ gevangenis in Katanga, waardoor hij in feite werd overgeleverd aan zijn vijanden. Dezelfde nacht werd Lumumba geëxecuteerd. Het duurde tot 2000 toen eindelijk de Belgische politiechef Gerard Soete in het VRTprogramma ‘Histories’ onthulde wat er na de moord op Lumumba had plaatsgevonden: Hij had de opdracht gekregen het lichaam te laten verdwijnen, het in stukken gezaagd, laten oplossen in zwavelzuur en slechts een kogel, een paar vingerkootjes en de fameuze gouden kies van de man bewaard. Met een vriend als Kasavubu had Lumumba duidelijk geen vijanden meer nodig.

QuickfACTs
Voor een dagje Brussel kun je veel plezier beleven aan de Brussels Card, www.brusselscard.be Algemene info over Brussel: www.visit.brussels en www.toerismevlaanderen.nl In Impasse Saint-Jacques, een zijstraatje van de Grote Zavel vind je een aantal prachtige galeries met Afrikaanse kunst. Twee keer per jaar organiseren zij onder de naam BruNaef (Brussels Non European Art Fair, exposities met kunst uit Afrika. www.bruneaf.com. De eerst volgende is van 12-16 juni 2019. AfricaMuseum – koninklijk museum voor Midden-Afrika in Tervuren – www.africamuseum.be Het museum heeft geen echte parking. Het makkelijkst bereik je het met metro 1 vanaf Brussel Centraal naar Montgomery. Daar neem je tram 44 die je rechtstreeks naar het museum brengt. Bezoek in de wijk Matongé het Afrikaanse restaurant l’Horloge du Sud, Rue du Trône 141, www.horlogedusud.be en Ontmoetingsplaats Kuumba, Waversesteenweg 78, www.kuumba.be Overnachten in kunstzinnige sferen: 9 Hotel Sablon: www.9-hotel-sablon-brussels.be

 

Klik HIER voor het artikel dat staat in; Oog voor Afrika 1 2019

Afrika in Brussel